ROTTERDAM- Het Openbaar Ministerie eist een celstraf van 10 jaar tegen een 21-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats, die wordt verdacht van doodslag op een 46-jarige inwoner van Rotterdam. Het incident vond plaats op 12 november 2023 in een woning in de Van Citterstraat te Rotterdam-West. De rechter doet over twee weken uitspraak.
De politie kreeg die nacht een melding van een vechtpartij en trof in de slaapkamer een zwaargewonde man aan. Het slachtoffer was niet meer aanspreekbaar en overleed op 6 januari 2024 in een Pools ziekenhuis.
Uit onderzoek bleek dat de man verwondingen aan zijn gezicht had en sporen van verwurging in zijn hals. Ook waren er letsels aan zijn polsen die erop wezen dat hij was vastgebonden. Het DNA van de verdachte werd aangetroffen op objecten die bij het vastbinden en verwonden van het slachtoffer waren gebruikt. Daarnaast werd DNA van het slachtoffer gevonden onder de nagels en op de knokkels van de verdachte.
De verdachte heeft deels bekend en verklaard dat hij uit noodweer handelde omdat het slachtoffer een vrouw in de woning zou hebben willen verkrachten. Het Openbaar Ministerie heeft deze lezing verworpen, omdat geen van de andere aanwezige personen dit heeft bevestigd.
Volgens de officier van justitie is een lange gevangenisstraf noodzakelijk. ‘Het slachtoffer moet de laatste minuten van zijn leven enorme angst hebben gekend. Het sectierapport toont aan dat hij een langzame en pijnlijke dood heeft geleden. Voor zijn moeder zijn de gevolgen onvoorstelbaar zwaar. Geen enkele straf kan haar zoon terugbrengen.’
Op het moment van de vechtpartij waren in de woning vier mensen aanwezig: drie mannen en een vrouw. Allen werden direct aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de dood van de man.