EIS: 22 JAAR CEL VOOR AFREKENING NASSAUHAVEN ROTTERDAM-ZUID

ROTTERDAM- Het Openbaar Ministerie heeft tegen twee mannen van 21 en 22 jaar oud uit Rotterdam celstraffen van 22 jaar geëist voor hun rol tijdens een koelbloedige liquidatie van de 34-jarige Shantienne Frans te Rotterdam-Feijenoord. Het incident vond plaats op 22 mei 2022 bij de Nassauhaven. Beide mannen worden beschuldigd van moord in vereniging, verboden wapenbezit en brandstichting.

Het slachtoffer wordt die avond opgewacht voor zijn woning. Als hij naar buiten komt, wordt hij van dichtbij meerdere keren beschoten. Gewond rent het slachtoffer vervolgens weg, maar hij komt ten val en probeert achter een auto te kruipen. De schutter komt vervolgens naar hem toe gelopen en beschiet hem van dichtbij opnieuw een aantal keer. Het slachtoffer blijft levenloos liggen.

Op beelden die een getuige na het horen van de eerste schoten maakt, is te zien dat de schutter na zijn daad richting een gereedstaande grijze BMW rent, instapt en dat de bestuurder vervolgens hard wegrijdt. Deze auto wordt even later op de Feyenoordkade brandend aangetroffen. Ook de brandstichting is vastgelegd, ditmaal door bewakingscamera’s. Als de wagen in brand staat, vluchten de twee inzittenden op een scooter weg.

Bij de uitgebrande auto wordt een deel van een verbrande handschoen gevonden. Op de handschoen wordt DNA van één van de verdachten gevonden. Ook op de hulzen die op de plaats-delict worden aangetroffen zit DNA van deze 22-jarige verdachte.

Tijdens het uitgebreide onderzoek heeft de recherche gekeken naar de historische gegevens van de telefoon van de schutter. Daaruit blijkt dat de telefoon op de avond van de liquidatie in de buurt een mast aanstraalt. Ook de avond voor het incident is dat het geval. Daarnaast zijn in het dossier camerabeelden beschikbaar waarop de schutter te zien is als hij bij zijn huis in een auto stapt. Hij draagt daarbij een donkere broek met witte strepen aan de zijkant.

Die broek komt overeen met de beelden die de getuige maakte van de liquidatie. In een chatgesprek tussen de twee verdachten dat in het dossier is gevoegd wordt een dag voor de liquidatie over de moordplannen gepraat. “Hoeveel boys heb je nodig?”, wordt er bijvoorbeeld gevraagd. Ook wordt er gevraagd of er nog ‘soldaten’ actief zijn en dat degene die kan meteen ‘borg’ krijgt.

Ondanks uitgebreid onderzoek is niet vast komen te staan wat het exacte motief is van de moord. De verdachten hebben niet willen verklaren over de reden dat hun plaatsgenoot uit de weggeruimd moest worden. Ook over de opdrachtgever zwijgen beiden. “Het motief in ieder geval een geldbedrag geweest”, aldus de officier van justitie ter zitting. “Een afschuwelijke liquidatie, midden op straat. Waar meerdere mensen getuige van zijn geweest. Een feit als dit is voor de rechtsorde zeer schokkend en brengt gevoelens van onrust, angst en onveiligheid teweeg in de samenleving. Verdachten hebben geen verantwoordelijkheid genomen voor hun daden. De nabestaanden ondervinden daar grote geestelijke schade van. Zij zullen dit leed hun hele leven met zich meedragen, hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn. De kinderen van het slachtoffer zullen hun vader nooit leren kennen, en hun moeder moet zonder haar partner verder. Ook de moeder van het slachtoffer heeft haar zoon op veel te jonge leeftijd verloren. Ik reken dit verdachten zeer zwaar aan.”

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.