SCHIEDAM- Het Interventieteam Ondermijning heeft samen met de politie een illegaal bordeel opgerold in het centrum van Schiedam. Het team, dat bestaat uit buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s), politie en het Regionaal Operationeel Bestuurlijk Team, trof het bordeel in een bovenwoning op het Sint Janshof. Het prostitutiebedrijf is getraceerd naar aanleiding van een internetadvertentie en klachten over overlast. De burgemeester heeft het pand per direct gesloten.
Het gemeentebestuur van Schiedam betreurt het dat de prostituees, die veelal afkomstig zijn uit Zuid-Amerika, hun werkzaamheden elders voortzetten na een inval door de politie. Het bestuur wijst erop dat er in de seksbranche een hoog percentage ‘recidive gedrag’ is (prostituees vormen een legale beroepsgroep) , zoals cijfermatig is aangetoond. Dat schrijft het college van burgemeester en wethouders in antwoord op schriftelijke vragen van de fractie van Progressief Schiedam, die zich zorgen maakt over de mogelijke uitbuiting van de prostituees.
De illegale prostituees die in Schiedam worden aangetroffen staan niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen, waardoor een bestuurlijk handhavingstraject tegen hen weinig zin heeft. Bij de controles wordt hen wel gewezen op de wet- en regelgeving over legaal werken en het hulpaanbod dat beschikbaar is. Zo biedt Humanitas in Rotterdam een uitstapprogramma aan, waarbij ondersteuning wordt geboden bij het zoeken naar ander werk, het aanvragen van een uitkering, het zoeken naar passende woonruimte, het op orde krijgen van praktische zaken en het zoeken naar oplossingen bij juridische problemen. Volgens het college wordt er juist in Schiedam actief gebruik gemaakt van dit hulpaanbod.
De Schiedamse publiciste Sietse Altink heeft echter al in de jaren ’90 betoogd dat de vermeende uitbuitingssituatie waarin veel illegale buitenlandse prostituees belanden, vaak ten onrechte wordt bestempeld als vrouwenhandel. Daardoor zou de indruk zijn ontstaan dat alle illegale buitenlandse prostituees het slachtoffer zijn van gedwongen prostitutie. Altink pleitte voor een meer genuanceerde kijk op de situatie en voor meer respect voor de keuzevrijheid van de prostituees. Altink was actief voor de Stichting Tegen Vrouwenhandel.
Onder professionele Nederlandse temeiers wordt al jaren tevergeefs gepleit voor uitsluitend een uitzetbeleid van illegalen. Het hulpaanbod aan illegale prostituees bevordert concurrentievervalsing en is alleen in het belang van de gesubsidieerde hulpverleners. Het dichtdraaien van de subsidiekraan wordt gezien als een eerste vereiste.