SCHIEDAM- De zaak van de 37-jarige Marokkaan M. A. uit Hendrik-Ido-Ambacht, die ervan wordt verdacht dat hij in dienstbetrekking te Schiedam een auto heeft verduisterd, komt binnenkort voor de politierechter. A. wordt beschuldigd dat hij een Dodge Ram zou hebben doorverkocht aan iemand in het Friese gehucht Kootstertille, terwijl hij die auto onder zijn beheer had als werknemer van een autobedrijf in de Admiraal de Ruyterstraat te Schiedam-West. Hij was daar werkzaam als houder en exporteur van voertuigen. A. heeft zich volgens het Openbaar Ministerie (OM) onrechtmatig het eigendom van de auto toegeëigend, zonder dat er sprake was van een ander misdrijf.
Het OM wil dat de verdachte wordt veroordeeld op grond van artikel 321 en artikel 322 van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 321 stelt verduistering in het algemeen strafbaar met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vijfde categorie. Artikel 322 verzwaart de straf voor verduistering gepleegd door iemand die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of van zijn beroep onder zich heeft. In dat geval kan de gevangenisstraf oplopen tot vier jaren of de geldboete tot de vijfde categorie. De vijfde categorie geldboete bedraagt maximaal 87.000 euro. De verdachte loopt dus het risico om voor lange tijd achter de tralies te belanden of een hoge boete te moeten betalen.
Het verschil tussen verduistering en diefstal is dat bij diefstal een goed wordt weggenomen van een ander, terwijl bij verduistering een goed al in het bezit was van degene die het verduistert, maar die het zichzelf onrechtmatig toe-eigent. Bijvoorbeeld, als u een boek leent van een bibliotheek en het niet terugbrengt, maakt u zich schuldig aan verduistering. Maar als u een boek steelt uit een boekwinkel, maakt u zich schuldig aan diefstal. Verduistering is dus een vorm van misbruik van vertrouwen, terwijl diefstal een vorm van inbreuk op eigendom is.