ROTTERDAM- De Rotterdamse woningbouwplannen lopen flink achter op schema, maar het college van burgemeester en wethouders heeft geen duidelijk zicht op hoe deze achterstand kan worden weggewerkt in de komende jaren. Dat blijkt uit de beantwoording van vragen vanuit de gemeenteraad over de voortgang van de woningbouw.
Op de Ferry Silja, in de Rotterdamse Merwehaven, worden 1.500 vluchtelingen ondergebracht die momenteel allemaal in afwachting zijn van een sociale huurwoning met urgentie. Het doel van het college was om tot 2022 minstens 18.000 nieuwe woningen te realiseren, waarvan 35% in het sociale segment en 25% in het middeldure segment. Dit is nodig om de groeiende bevolking van Rotterdam te huisvesten, die toeneemt door immigratie. Ook wil het college de leefbaarheid en de sociale cohesie in de stad verbeteren door meer gemengde wijken te creëren. Eind 2020 waren er echter slechts 7.500 woningen gebouwd, waarmee het college ver achterliep op de tussentijdse mijlpaal van 9.000 woningen. Op 15 oktober 2021 is de bouw gestart van ongeveer 5.100 woningen, en zijn er voor ruim 10.500 woningen vergunningen aangevraagd. Het college hoopt deze plannen zo snel mogelijk uit te voeren en maakt daarvoor gebruik van verschillende mogelijkheden, zoals subsidies, leningen en gronduitgifte.
Het is echter onzeker of deze maatregelen voldoende zijn om de woningnood op te lossen. De Rotterdamse woningmarkt wordt namelijk ook beïnvloed door factoren die buiten de invloedssfeer van het college liggen. Een daarvan is het opengrenzenbeleid van de EU, dat ervoor zorgt dat er meer mensen uit andere landen naar Rotterdam komen. Dit verhoogt de druk op de woningmarkt, vooral in het goedkope en middeldure segment.
