VLAARDINGEN– Een 34-jarige verdachte, N.G.A., afkomstig uit Afghanistan, moet verschijnen voor de meervoudige strafkamer in Dordrecht, omdat hij wordt beschuldigd van mensensmokkel, een misdrijf dat plaatsvond op 4 december vorig jaar in Vlaardingen.
Volgens de tenlastelegging is A., al dan niet in samenwerking met anderen, vier mensen van Afghaanse afkomst behulpzaam geweest bij het illegaal verkrijgen van toegang tot Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Dit zou zijn gebeurd door telefonische aanwijzingen te geven over welke vrachtwagens te gebruiken en hoe zich daaronder te verbergen, om zo de doorreis en het verblijf te organiseren en te faciliteren.
Deze handelingen zijn in strijd met het Protocol tegen de smokkel van migranten, aangenomen in New York op 15 november 2000, dat dient als aanvulling op het Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad. De verdachte, die momenteel gedetineerd is, zou uit winstbejag gehandeld hebben en had ernstige redenen te vermoeden dat de toegang of doorreis wederrechtelijk was.
In Nederland kan mensensmokkel leiden tot verschillende straffen, afhankelijk van de ernst van het delict. De basisstraf voor mensensmokkel is een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar of een geldboete van de vijfde categorie. Bij verzwarende omstandigheden, zoals winstbejag of het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel of de dood, kunnen de straffen oplopen. Voor winstbejag kan de straf bijvoorbeeld verhoogd worden naar 8 jaar gevangenisstraf. Als de mensensmokkel de dood tot gevolg heeft, kan de maximale straf oplopen tot 18 jaar gevangenisstraf.
Het bewijzen van mensensmokkel vereist dat het Openbaar Ministerie (OM) voldoende bewijs verzamelt om aan te tonen dat de verdachte betrokken was bij het illegaal helpen van personen bij het verkrijgen van toegang tot, doorreis door, of verblijf in Nederland of een andere EU-lidstaat. Dit kan onder meer door de getuigenverklaringen van de gesmokkelde illegalen of anderen die betrokken zijn bij de zaak. Ook fysiek bewijs kan helpen, zoals valse documenten, telefoonrecords, en financiële transacties die wijzen op betalingen voor de smokkeldiensten. Het OM zal deze elementen samenbrengen om een zaak op te bouwen tegen de verdachte. De rechter zal vervolgens beoordelen of het bewijs voldoende is om een veroordeling uit te spreken.