WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

VLAARDINGEN ERKENT: NOG ALTIJD LATE BETALINGEN STROOMOPWAARTS

VLAARDINGEN- Soms wordt door uitkeringsinstantie Stroomopwaarts het streven overschreden om een uitkering toe te kennen binnen een termijn van 8 weken. Dat erkent het gemeentebestuur van Vlaardingen in antwoord op vragen van de fractie Boers (fB). Oorzaak van de te late uitbetaling zou veelal het gevolg zijn van het ontbreken van documenten om een beoordeling van rechtmatigheid te kunnen maken. Wanneer de aanname is dat er sprake is van een situatie waarbij er geen inkomen is, wordt er een voorschot toegekend in afwachting van de uitkomst, laat het stadsbestuur weten aan de fB.

De late uitbetalingen van bijstandsuitkeringen door Stroomopwaarts komt voor als één van de knelpunten in het onderzoek van organisatieadviesbureau Berenschot. Onduidelijk was tot nu toe hoeveel mensen, sinds het bestaan van Stroomopwaarts, hierdoor in betalingsproblemen zijn gekomen. Het gemeentebestuur noemt geen aantallen.

In maart 2017 kwam de gemeentelijke ombudsman in haar jaarverslag nog met een hele lijst klachten over Stroomopwaarts. De klachten over Stroomopwaarts waren gevarieerd, waaronder: 3 maanden wachten op een uitkering, zonder voorschot.

Volgens de gemeentelijke (kinder)ombudsman weten veel burgers niet dat zij met klachten over Stroomopwaarts MVS eigenlijk bij de Nationale ombudsman moeten zijn.

GEEF UW MENING!!

Plaats een reactie onder dit bericht op deze site (scrol naar beneden). Gebruik uw vrijheid van meningsuiting!

LET OP!! Spreek vrijuit, maar reacties die oproepen tot geweld en verwensingen met ziektes worden niet getoond.

Publicatie kan (soms) enige tijd duren.

Eén gedachte over “VLAARDINGEN ERKENT: NOG ALTIJD LATE BETALINGEN STROOMOPWAARTS

  1. Openbaar Lichaam Stroomopwaarts MVS kent zowel een intern ‘proces’ waarop het bestuursrecht ziet en waarbij de Ombudsman bevoegd tot klachtbehandeling wat betreft bepaalde gedagingen van personeel van Stroomopwaarts MVS. Op een ander intern proces van Stroomopwaarts MVS, ook wel ‘Participatiebedrijf Stroomopwaarts MVS’ genoemd, dat de uitbetalingen verzorgd, ziet het burgerlijk recht waarbij de Ombudsman niet bevoegd is tot klachtbehandeling.

    Stroomopwaarts MVS is in feite ingesteld met het oogmerk van misbruik waarbij het steeds achteraf administratief kunnen veranderen van juridische hoedanigheid op listige wijze van te voren is ingebouwd. Een ‘klant’ van het Participatiebedrijf onder leiding van mw. Curfs vroeg schriftelijk vooraf aan te geven door wie precies zij nu was uitgenodigd voor een gesprek, en wie of wat te Schiedam aan de keukentafel zou aanzitten. Zij schreef ook dat zolang Stroomopwaarts MVS niet haar ware gezicht zou tonen, zij de uitnodiging(en) op grond van het Burgerlijk Wetboek afwees.

    Stroomopwaarts MVS zou nooit antwoord geven op diverse schriftelijke verzoeken hieromtrent. Op enig moment ontdekt verzoekster ’s middags in haar brievenbus een enveloppe van Stroomopwaarts MVS met stempel van Sandd waarin de volgende uitnodiging tot gesprek, dus nog steeds zonder eerder schriftelijke vragen over de eerder gelijkluidende uitnodigingsbrieven te hebben beantwoord. In deze laatste brief, gepretendeerd met Sandd verzonden en ’s middags in de brievenbus aangetroffen, is sprake van ‘een afspraak’ in de ochtend op dezelfde dag. Op deze manier zou Stroomopwaarts MVS dus een volgende schriftelijke reactie voor zijn waarin andermaal verzocht zou worden het ware gezicht te tonen bij elke specifieke handeling van Stroomopwaarts MVS, daargelaten dat aan de hand van bepaalde (rechts)handelingen het toepasselijke recht kan worden opgemaakt uit die rechtshandeling.

    Een uitnodiging tot gesprek is vormvrij en daarop ziet het Burgerlijk Wetboek. Treedt Stroomopwaarts MVS in bestuursrechtelijke zin op, dan is de gemotiveerde oproeping wettelijk voorgescheven in de algemene wet bestuursrecht.

    Kort daarop volgt de volgende brief van Stroomopwaarts MVS, en daarin reageert men nog steeds niet op de voorgaande schriftelijke verzoeken transparantie te betrachten. Stroomopwaarts MVS schrift dat men vanwege het niet verschijnen op de laatste ‘afspraak’ welke was ingeleid met de te late bezorging, al dan niet met Sandd of alleen het stempel van Sandd, Stroomopwaarts MVS haar verdacht niet op haar adres te wonen. Als ‘de klant’ niet op 7 mei 2019 op gesprek verschijnt dan stopt het participatiebedrijf de uitbetaling. Door een ‘verdenking van woonfraude’ te fabriceren voorkomt Stroomopwaarts MVS hier dus willens en wetens vooraf haar ware gezicht te tonen bij specifieke gelegenheden.

    Mw. Bouamar van Stroomopwaarts MVS die haar klant uit Vlaardingen eerst namens het college van Schiedam had uitgenodigd en later namens het college van Vlaardingen, het college dat dus volgens Stroomopwaarts MVS ‘staat’ voor de valselijke beschuldiging van woonfraude met het oogmerk de klant zonder de vereiste transparantie aan de keukentafel van het college van Schiedam, een der andere deelnemers in georganiseerd verband. Naast mw. Bouamar is namens Stroomopwaarts MVS op 7 mei 2019 te Schiedam ook mw. Terluin aanwezig, immers dienen bij een verdenking van fraude twee ambtenaren aanwezig te zijn. Echter wordt daarover geen woord gerept en mw. Bouamar gaat over tot de orde van de dag, op grond van de uitnoging tot gesprek dus.

    Ofschoon van te voren de aanwezige vertrouwenspersoon is aangemeld en dat is aangegeven dat deze niet direct aan enig gesprek wil deelnemen, probeert mw. Terluin te voorkomen dat hij het gesprek tussen mw. Bouamar en haar klant ongestoord kan volgen. Zij vraagt de vertrouwenspersoon naar het verschil tussen een uitnodiging tot gesprek en de oproeping te verschijnen nog eens uit te leggen, hetgeen gebeurt. Achteraf blijkt mw. Terluin sociaal raadsvrouw te zijn geweest en bezig met haar master aan de Erasmus Universiteit en dus te vragen naar de bekende weg. Als nog eens het verschil tussen de privaatrechtelijke uitnodigingen tot gesprek waartoe Stroomopwaarts MVS bij volmacht namens de drie MVS-colleges optreedt, en de bestuurs-strafrechtelijke oproeping waarvoor achteraf niets wettelijk blijkt geregeld, stelt mw. Terluin: ‘Maar dan dekt een oproeping tot gesprek toch de lading’, daarmee verwijzend naar de laatste uitnodiging tot gesprek met daarin opgenomen de dus opzettelijke valse beschuldiging van woonfraude, ingeleid met een dus opzettelijk te laat bezorgde brief.

    Daarop stelt de vertrouwenspersoon dat mw. Terluin hiermee feitelijk een misdrijf door en namens het college van Vlaardingen en het door haar private participatiebedrijf heeft bekend, temeer nu beide dames zijn ‘vergeten’ degene die men als verdachte zou kwalificeren de cautie toe te kennen. De raadsman verzoek mw. Terluin er een andere juridisch medewerker bij te halen zodat ook aan mw. Bouamar die net doet alsof haar neus bloedt het misdrijf waaraan zij deelneemt kan worden uitgelegd.

    Kort daarop stapt een zeer forse man het spreekkamertje in die schreeuwt ‘het nu zat te zijn’ en dat ‘de Participatiewet voorgaat op elke andere wet’, dit blijk dhr. Lennerd Deekman te zijn die mw. Terluin met zijn grote lichaam wegperst en dreigend en voorovergebogen over het bureau gaat zitten op haar stoel. Dhr. Deekman blijkt in het spreekkamertje de gesprekken met de dames Bouamar en Terluin te hebben afgeluisterd en grijt dus in wanneer het nog erger mis dreig te gaan wat betreft de in vereniging opgezette misdrijven.

    Wanneer dhr. Deekman onuitgenodigd zich toegang heeft verschaft en is gaan zitten en verder woedend gaat zitten scheeuwen, verlaten de klant en haar vertrouwenpersoon de keukentafel die het college van Schiedam de andere deelnemer het college van Vlaardingen welwillend ter beschikking zou stellen, en het pand.

    Bij schrijven van 9 mei 2019 schrijft mw. Curfs in het kader van klachtafhandeling (privaat dus!) dat zijdens klaagster om de interventie en mondelinge klachtbehandeling door dhr. Deekman wat betreft een schriftelijke klacht over mw. Bouamar, mw. Witter en dhr. Deekman, zou zijn verzocht. In deze brief wordt in etappes dan de aanwezige mw. Terluin door mw. Curfs vervangen door dhr. Deekman.

    Duidelijk is sprake van een criminele organisatie ex. art. 140 en aangewende middelen om de klant te bewegen tot…

    Welke misdrijven nog meer?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *