ROTTERDAM- Momenteel is ongeveer 10% van de totale particuliere woningvoorraad in Rotterdam geschikt voor ‘potentiële sociale huur’. Dit blijkt uit een nieuw schattingsmodel dat het college van Rotterdam heeft ontwikkeld voor de concept-woonvisie. Dit model vervangt de eerder gebruikte cijfers van onderzoeksbureau ABF Research, die door de Rotterdamse Rekenkamer als onbetrouwbaar en onbruikbaar zijn bestempeld.
De Rekenkamer heeft in haar recente rapport ‘Huizen in de Regio’ het stadsbestuur aanbevolen om de kwaliteit van de gegevens voor het woonbeleid te verbeteren. Het college heeft deze aanbeveling serieus genomen en heeft het nieuwe schattingsmodel toegepast om de omvang van de sociale particuliere voorraad te bepalen. De Rekenkamer heeft met de wethouder gesproken over de werking en de onzekerheden van dit model en verzoekt het college om deze informatie ook te delen met de gemeenteraad.
Het stadsbestuur erkent in de concept-woonvisie dat het aandeel potentiële particuliere sociale huurwoningen een schatting is en geen exacte meting. Het zou echter nog beter zijn als het college ook aangeeft wat de onzekerheidsmarge van deze schatting is. Op die manier kan het college voldoen aan de eisen die de Rekenkamer stelt aan de transparantie en betrouwbaarheid van de informatie voor het woonbeleid, zo laat de directeur van de rekenkamer weten.
De Rekenkamer zal de ontwikkelingen op dit gebied nauwgezet blijven volgen en zich blijven inspannen voor een goed onderbouwd en onderbouwbaar woonbeleid.