VLAARDINGEN- De Regionale Belasting Groep (RBG) heeft besloten in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van het gerechtshof Den Haag over de OZB-tariefverhoging voor niet-woningen in Vlaardingen. Het gerechtshof oordeelde op 31 januari 2024 dat de verhoging per 1 januari 2021 in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en het verbod op willekeurige en onredelijke belastingheffing.
Deze beslissing, die geen precedent kent, werd door het hof genomen omdat de periode tussen het besluit en de ingang van de verhoging, in combinatie met de mate van verhoging, onredelijk kort werd bevonden. Bovendien was er volgens het hof onvoldoende onderzoek gedaan naar de nadelige gevolgen voor de eigenaren van niet-woningen.
Na de uitspraak zijn direct gesprekken gestart met de RBG en de vertegenwoordigende advocaat, en is aanvullende informatie ingewonnen bij landsadvocaat Pels Rijcken. Dit heeft geleid tot de beslissing om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. De gemeenteraad had eerder besloten het gebruikersdeel van de OZB voor niet-woningen over te hevelen naar het eigenarendeel, met als doel leegstand tegen te gaan en inkomsten bij leegstand te waarborgen.
Slechts zes eigenaren hebben bezwaar en beroep aangetekend tegen de OZB-aanslagen voor de jaren 2021 tot en met 2023. Voor de overige eigenaren staan geen bezwaarmogelijkheden meer open, en zij kunnen de OZB over voorgaande jaren niet terugvorderen. De OZB-aanslagen voor 2024 zijn reeds verstuurd, waarbij de OZB voor niet-woningen dit jaar via een aparte aanslag is verstuurd om eventuele bezwaren apart te kunnen registreren en behandelen.
Het risico op beperkte inning van de OZB voor niet-woningen over 2024 wordt laag ingeschat. Voor eigenaren die tevens gebruikers zijn, en voor de Gemeente Vlaardingen zelf, die eigenaar is van 132 niet-woningen, wordt geen nadelig effect verwacht van de overheveling van het tarief.