SCHIEDAM- Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt de Rotterdammer B.P. S. van twee misdrijven: het stelen van een auto in Schiedam en mishandeling in Rotterdam. Dat blijkt uit de dagvaarding die het OM heeft uitgebracht. Binnenkort moet S. zich verantwoorden voor de politierechter.
Het OM stelt dat de 46-jarige S., in de periode van 25 tot en met 29 mei 2023 in Schiedam, een auto in zijn bezit heeft gekregen en gehouden, terwijl hij wist of had moeten weten dat die auto direct of indirect het resultaat was van een misdrijf dat hij of iemand anders heeft gepleegd.
Daarnaast zou S. op 8 oktober 2023 in Rotterdam geweld hebben gebruikt tegen G.A. V. door hem of haar in het gezicht te slaan.
Het OM baseert de strafeis voor S. op drie wetsartikelen uit het Wetboek van Strafrecht. Het eerste artikel is art 420bis lid 1 ahf/ond a, dat gaat over witwassen. Dit houdt in dat iemand de ware aard, herkomst, vindplaats, vervreemding of verplaatsing van een voorwerp verbergt of verhult, of verbergt of verhult wie de eigenaar of bezitter van een voorwerp is, als hij weet dat dat voorwerp direct of indirect afkomstig is uit een misdrijf. Het tweede artikel is art 420bis lid 1 ahf/ond b, dat ook gaat over witwassen. Dit houdt in dat iemand een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet, of van een voorwerp gebruik maakt, als hij weet dat dat voorwerp direct of indirect afkomstig is uit een misdrijf. Het derde artikel is art 300 lid 1, dat gaat over mishandeling. Dit houdt in dat iemand opzettelijk een ander pijn of letsel toebrengt.
De maximale straf voor witwassen volgens art 420bis lid 1 is een gevangenisstraf van zes jaar of een geldboete van de vijfde categorie. De maximale straf voor mishandeling volgens art 300 lid 1 is een gevangenisstraf van drie jaar of een geldboete van de vierde categorie. De uiteindelijke straf die S. mogelijk wacht, hangt af van de omstandigheden van het geval en de beoordeling van de rechter.